De Finale Koers - een Winkels feuilleton in zakformaat - 47

 47. Met Bai en Blesse

Ze zeggen soms, als er op een bijeenkomst omzeggens niet al te veel volk was en al zeker geen volk van belang, dat ze er maar twaalf man en een paardekop konden tellen. Maar in Winkel zetten ze zo te zien met veel lef van tijd tot tijd de wereld op zijn kop.

“Beziet dat”, zegt burgemeester Bert, als hij aan ’t eind van zijn adem en aan de zij van garde Gerrit de binnendeur van het kerkportaal open duwt. De piepende scharnieren rijten de gewijde stilte in stukken.

“Beziet dat. Hoe zeggen ze dat? Dat er hier maar twaalf paarden zijn en een mannenkop. Frits mag content zijn dat Ensor er niet meer is, want die ging dat hier zeker geschilderd hebben. Ge moet dat een keer met zijn ogen bekijken…”

“Hebben we hier al niet genoeg miserie gehad indertijd met die verschrikkelijke kruisweg?” fluistert Gerrit.

Het moet gezegd, veel gelijk heeft de burgemeester niet, maar deze keer sloeg hij de nagel op zijn kop. Wat ze zien, daar vanachteren in de kerk, is nooit eerder vertoond. Gezelle zoudt er ter plaatse een ander Bai en Blesse dichten.

“Ge moet u dat proberen voor te stellen”, zal burgemeester Bert een uur later staan te preken aan de toog van ’t Echt Stadhuis. “De garde en ik staan daar vanachteren in de kerk, onder het doksaal, in het midden en voor ons, in de middengang, staan twee aan twee, twaalf bonkige boerenpaarden. Wij zien alleen die brede, schonkige achtersten van die paarden, ze blinken in hun vel, en ’t licht dat van langs de zijkant komt, klatert in wel duizend kleuren uiteen op die blinkende pele.  En daartussen, helemaal van voren, staat paster Frits, in zijn gouden processiekazuifel, met achter hem, zuilen van rook, van wierook. Hij smijt zijn armen in de lucht en hij staat daar, gelijk god den here zelve.

“Als ’t ie maar kan pronken”, fezelt Bert. “Bezie dat, theater, theater, niets dan theater.”

“Ssst,” blaast de garde tussen zijn tanden. “Ik zie hier niemand die aan ’t filmen is…”

“Ik ook niet…”

“Wat voor spel wordt hier gespeeld?”

“Nee, wacht, daar, tussen de poten van dat paard, op de vierde reke, daar kruipt er een met zijn camera…”

“Cut!” horen ze nu ineens van op het doksaal.

“Cut! ’t Is ook de eerste keer dat ik dat in een kerk hoor,” grinnikt Bert. 

Wordt vervolgd. Morgen: Het zwin door de bjèten jagen                                                                  

Reacties

Populaire posts van deze blog

GEZIEN. Zwarte Kat, niet zomaar een kopje...koffietafelerfgoed

GELEZEN. Sinterklaas: open brief van Nicodemus naar aanleiding van de Pietenkwestie

GESCHREVEN. Eigenlijk zijn het ouders die hun kinderen een nieuwjaarsbrief moeten schrijven...