VASTGESTELD. Dààrom willen wij de goede kleinhandelszaken niet kwijt uit onze dorpskernen
Mijn vertrouwde slagerij gaat drie weken dicht. We gunnen het slagersgezin uiteraard elke vakantie die het neemt, maar de tijdelijke sluiting van het vertrouwde huis zet altijd een domper op ons humeur. Natuurlijk, er zijn nog slagers in het dorp en er zijn hyper- en andere markten die net zo goed vlees in hun rekken hebben liggen. Maar het is ander vlees, het smaakt en proeft anders en voor ons is wat dat betreft anders zelden beter.
"Ik weet dat je vader vol-au-vent lust," zei de slagersvrouw. "Misschien kan je een voorraadje daarvan inslaan?" suggereerde ze aan de jonge dame.
"Ja, da's waar, nu het je zegt. Goed idee. Geef me maar meteen twee porties mee. De rest bestel ik begin volgende week..." zei de vrouw.
VOL-AU-VENT
Vanmorgen bracht de aankondiging van de sluiting een jonge vrouw in de problemen. Haar bejaarde vader was door ziekte geveld en kon het huis niet uit. Ze zou voor de komende weken het vlees voor haar ouders bestellen, maar kon zo, voor de vuist weg, niet meteen zeggen wat haar ouders doorgaans achter de kiezen nemen."Ik weet dat je vader vol-au-vent lust," zei de slagersvrouw. "Misschien kan je een voorraadje daarvan inslaan?" suggereerde ze aan de jonge dame.
"Ja, da's waar, nu het je zegt. Goed idee. Geef me maar meteen twee porties mee. De rest bestel ik begin volgende week..." zei de vrouw.
Reacties
Een reactie posten