Een pen van 125 jaar: Parker
B. had er een. Hij was de enige in de klas. Zelfs de onderwijzer had er geen. Een balpen van Parker. Ook B.'s vader had er een. Ik zag het toen hij het ziektebriefje invulde. Hij haalde de pen haast achteloos uit het borstzakje van zijn jas.
Dokterspen
Parker was in die dagen - we spreken over de jaren zestig - een doktersbalpen. Of een burgemeesterspen. B's vader was nl. dokter én burgemeester. In het dorp was dat toen een uitzonderlijke combinatie. Nu is dat anders: een burgemeester hebben we hier niet meer - de gemeente is niet meer autonoom - en dokters hebben we intussen in veelvoud. Terug naar de jaren zestig: dat uitgerekend de burgemeester-dokter met zo'n Parker schreeft, maakt de pen natuurlijk nog exclusiever.
Dokterspen
Parker was in die dagen - we spreken over de jaren zestig - een doktersbalpen. Of een burgemeesterspen. B's vader was nl. dokter én burgemeester. In het dorp was dat toen een uitzonderlijke combinatie. Nu is dat anders: een burgemeester hebben we hier niet meer - de gemeente is niet meer autonoom - en dokters hebben we intussen in veelvoud. Terug naar de jaren zestig: dat uitgerekend de burgemeester-dokter met zo'n Parker schreeft, maakt de pen natuurlijk nog exclusiever.
Verjaardag
Ik moest eraan denken toen ik van het weekend in een van de krantenmagazines las dat Parker zijn 125ste verjaardag viert met de uitgave van 2 gelegenheidspennen. Tot ver over de lagere school heen droomde ik van zo'n Parkerstylo. Een keertje dacht ik dat ik er een kreeg, dat was op een kerstavond thuis. De vorm van het pakje liet al iets in de richting van een balpen vermoeden, maar... het was uiteindelijk een goedkopere variant, een PaperMate. En dan gebeurt wat, naar aloude traditie, niet mag gebeuren op zo'n avond: de ontgoocheling over wat je krijgt, de vrije loop laten. En maar niet begrijpen waarom ouders niet begrijpen dat met zo'n namaak-Parker niet te schrijven valt...
Toegegeven, het pleit voor mijn ouders dat zij, voortgaande op het Parker-geschrift van dokter C., er wijselijk vanuit gingen dat dure pennen niet per se een leesbaar handschrift garanderen.
Gemeengoed
Parker bleef in die jaren een onbereikbaar kleinood. We hielden het bij een Bic en namen de vlekken erbij. Af en toe namen we een 'speciale' Bic uit het jaszakje van vader. Hij was ambtenaar en had op het werk Bics ter beschikking die in de handel niet te vinden waren. Dachten wij toen en we hebben achteraf niet kunnen achterhalen of dat ook zo was of dat wij op ouderlijke wijze om de tuin werden geleid.
Parker is 125 jaar en op mijn tafel hier liggen inktpatronen, balpen'vullingen' en afgebladderde en glimmende Parkers. Soms vind ik er nog een in een borstzakje van een oude jas. Parker kost nog altijd meer dan een Bic, maar werd toch gemeengoed. Het veer-silhouet volgde de Mercedes-ster, maar net zoals bij de auto vermoed ik, blijft het een degelijke pen. Maar dat is een Waterman ook. En de Mont Blanc - al is dat nu wellicht de nieuwe dokterspen - met Cross als goedkopere variant.
Reacties
Een reactie posten