De Finale Koers - een Winkels feuilleton in zakformaat - 21
21. In een dodenkamer
Ergens moet zich hier een
grote bruine enveloppe bevinden met alle pamfletjes, open brieven, artikels en
reportages over de heisa rond de paardenkoers begin de jaren negentig. Linde
staat bij haar grootvader in de voutekamer die tot het plafond is volgestouwd
met kartonnen dozen. Verbouwing 1968, Schoolcomité 1964-1970; Belastingen tot
1985, Verkiezingen Kamer, Verkiezingen Winkel… , leest Linde op de dozen. Op de
meeste kartons staat niets vermeld. Maar ook daar talloze krantenknipsels,
folders, plannen, brochures... En tussen de dozen steken grote bruine
enveloppes uit, in twee ervan vindt Linde een collectie van ’t Winkels
Baretje, een gestencild tijdschrift waarmee het dorp de dienstplichtigen op
de hoogte hield van het lokale nieuws. Flinterdunne uitgaven zijn het, er viel toen
weinig nieuws te rapen of veel van wat er in het dorp gebeurde haalde het
Baretje niet.
Wat moet je met een ingepakt verleden? vraagt Linde zich met een zucht af.
Waarvoor of voor wie heeft grootvader dat verzameld en bewaard? Inpakken om er
mee uit te pakken of wordt het verleden
opgeborgen om het voorgoed af te sluiten?
Haar grootvader is een man van mappen en dossiers, van kopieën en knipsels, van opbergen en bewaren. De voutekamer ruikt naar vroeger, ze ademt geschiedenis.
Als kind hield Linde niet van deze voutekamer. Het was er altijd kil en door het smalle raam hoog tegen het plafond viel er maar weinig licht binnen en al zeker geen zonnelicht, hier aan de noordzijde van het huis. Maar daar had haar afkeer niet meteen iets te maken. Want ze snuisterde wel graag in de dozen, waar ze ook wel eens oude foto’s vond. Ook van de paardenkoers, herinnerde ze zich. Op een van die foto’s zaten haar grootmoeder en haar grootooms voor het huis, in een bermgracht, te kijken naar de paarden. Die gracht was er niet meer en de weg had Linde nooit zo smal gekend. Maar het leukste vond Linde dat ze op de vergeelde foto haar oma zag als een meisje van haar leeftijd, als een tiener.
Nee, haar afkeer voor deze voutekamer had alles te maken met een andere foto, die waarop een man te zien was die hier in de kamer op het bed lag, de ogen dicht, de handen gevouwen en uit die handen stak het kruisje van een paternoster. Het was haar overgrootvader, vertelde oma, die hier in de kamer is gestorven en hier lag opgebaard. Met de slag was de voutekamer voor Linde toen ook een dodenkamer en daar gruwde ze van.
En nu, zovele jaren later, was Linde hier voor het eerst opnieuw. Om te graven in het verleden.
Morgen: De brieven aan Tobback
Reacties
Een reactie posten