De Finale Koers - een Winkels feuilleton in zakformaat - 24

 24. De Winkelse cavalerie

Afspreken met Louis en Gilbert hoeft niet, dat weet Linde, ze kent de twee, op donderdagochtend houden zij naar eigen zeggen vaste zitdag in ’t Echt Stadhuis.

“Ik wist het,” zegt Gilbert en hij slaat zijn hand vlak op de toog. “Ik wist het dat er daar een verslag over was.”

“Maar wij hebben het nooit kunnen lezen. De burgemeester wou het ons indertijd niet geven en over andere exemplaren hadden we geen weet. Dus Bob had ook een kopie?” vraagt Louis.

“Er zal niet veel zijn waarvan mijn grootvader geen kopie heeft,” lacht Linde. “Maar vertel, zijn jullie met al die paarden -  50 met een sulky en 12 boerenpaarden , las ik in dat verslag - naar Brussel getrokken toen er hier zo’n spel was over de koers? In het archief van de krant heb ik daar niets over teruggevonden. Hoe komt dat? En waren jullie echt van plan om die optocht van de koninklijke escorte te verstoren? ”

“Auw! Linde, dat zijn tien vragen tegelijk. Gilbert, begint gij maar…”

“Waar zal ik beginnen?”

“Begin maar in café Den Germinal. Een week voor de koers. Toen dat het de ronde deed dat we gingen betogen. Tegen al die gasten die van elders hier onze koers kwamen afpakken”, begint Louis.     

“Juist. Ge moet weten, Linde, er hing hier in het dorp veel euh… hoogspanning. Elektriek.”

“Ja, ik heb dat gezien. Er werden pamfletten voor de koers en affiches tegen verspreid,” zegt Linde.

“Juist. Onze burgemeester had zelfs bedreigingen ontvangen. Doodsbedreigingen. Eerst dachten we dat hij dat zelf had uitgevonden. Hij schuwt het drama niet, dat weet ge. En wij lachten daar dus mee. Hoe kunt ge nu om dieren te beschermen mensen met de dood bedreigen? Maar de politie nam dat serieus en begon iedereen in de gaten te houden. Niet alleen die gasten van dierenrechtenvereniging AnimalPeace -  wij noemden dat vaneigens anders, dat was de BeestePies – maar ook ons hielden ze in het snot.

En op een van die avonden in de week voor de koers zagen we twee van die bob’ers…”

“Twee van de wat?” vraagt Linde.

“Bé-o-bé’ers. Dat waren rijkswachters in burger, van de bijzondere opsporingsbrigade,” legt Louis uit.

“…zagen we twee van die bob’ers in den Germinal arriveren. Ze gingen aan een tafeltje naast ons zitten en toen dachten wij, nu is ’t moment om iets te lanceren…”  

Wordt vervolgd. Morgen: Kat en muis.

Reacties

Populaire posts van deze blog

GEZIEN. Zwarte Kat, niet zomaar een kopje...koffietafelerfgoed

GELEZEN. Sinterklaas: open brief van Nicodemus naar aanleiding van de Pietenkwestie

GESCHREVEN. Eigenlijk zijn het ouders die hun kinderen een nieuwjaarsbrief moeten schrijven...