De Finale Koers - een Winkels feuilleton in zakformaat - 35

 35. De bolwassing

“Is dit echt? Of zitten wij midden in een stripverhaal? Zie jullie hier zitten. Onze verzetshelden zijn striphelden.”

Bert en Louis kijken verrast op. Ze zitten beiden aan een veel te hoge tafel. Of op te lage stoelen, het is maar hoe je het bekijkt. In elk geval, het lijken uitvergrote kinderen die mokkend tegenover mekaar aan een tafel voor volwassenen zitten. Tussen hen, boven hun hoofden, hangt een spaarzaam lampje dat de kelder maar pover verlicht. Achter Bert staat, ook zwijgend en vermoedelijk mokkend, dat zien we niet duidelijk, hij staat te ver uit het licht, veldwachter Gerrit. Op zijn voorhoofd zien we nog net een dwarse, donkere rode streep. Die zit daar altijd, die streep, als hij zijn kepie afneemt. En tegenover hen, op een krat, zit onze lokale reporter Linde. Zij heeft de hele tijd gezwegen, toen de burgemeester en Gerrit het woord voerden en voorstelden om de gemeente maandagochtend te blokkeren, zodat de filmploeg van Nitflex niet aan de opnames van de tv-reeks over de paardenkoers kon beginnen. Ook toen Louis het plan belachelijk noemde en de burgemeester verweet dat hij niet met een ernstig plan, maar met een onrealistisch verzinsel op de proppen kwam, ook toen zweeg Linde, al  voelde ze op dat moment al haar gramschap in haar middenrif bruisen en borrelen. Zoals dat gaat bij het overgeven, dacht ze. Straks gutst het er allemaal uit, dacht ze. Zover zijn we nu, ze hoefde er niet meer over na te denken.                                                      

“Ik meen het, jullie lijken alle drie stripfiguren, zoals jullie bezig zijn. Of was het maar om te lachen, burgemeester, dat plan voor een blokkade?  Uw eigen inwoners vastzetten, en waarvoor? Voor dit hier? Voor een vodje papier?” Ze grist het tv-script van de tafel en zwaait ermee. “Dat hier, heren, dat is fictie! Een verzonnen werkelijkheid. Denkt gij nu echt dat de mensen hier het verschil niet meer kennen tussen een tv-reeks en een journaal? Ik heb altijd geleerd dat Oud en Wijs een tweeling was. Wie Oud zag, zag Wijs. Maar ik zie Wijs hier nergens. Niet bij u, burgemeester en ook niet bij u, Gerrit en Louis.”

De twee aan tafel durven nauwelijks op te kijken en Gerrit kijkt de andere kant uit.

“Als ge denkt dat die tv-serie ons onrecht aandoet, als ge ervan overtuigd zijt dat ze ons – de inwoners van dit dorp – voorgoed stigmatiseren, als dierenmishandelaars, als beulen, zeg dat dan. Roep de mensen bijeen, leg het hen uit en vraag het hen: willen we dat of verzetten we ons ertegen? Speel open kaart met uw inwoners. Maar neen, ge wilt  op twee paarden wedden. Officieel staat ge in uw handen te klappen en ziet ge u al op het rode premièretapijt defileren, terwijl ge hier, in een oorlogskelder het verzet zit te prediken. Wat gaat het worden, burgemeester: held of hypocriet. Het is aan u, gij kiest.” 

Wordt vervolgd. Maandag: de volksraadpleging.                                                                       

Reacties

Populaire posts van deze blog

GEZIEN. Zwarte Kat, niet zomaar een kopje...koffietafelerfgoed

GELEZEN. Sinterklaas: open brief van Nicodemus naar aanleiding van de Pietenkwestie

GESCHREVEN. Eigenlijk zijn het ouders die hun kinderen een nieuwjaarsbrief moeten schrijven...