De vogel van het jaar wordt... de kleine bonte specht. Volgens ons dan toch

Onze vogel van het jaar: de kleine bonte specht
Die van Vogelbescherming Vlaanderen hoef je geen marketingtruken te leren. 't Is volop lijstjestijd. Voorlopig zijn het de kinderen die druk hun sinterklaaslijst samenstellen, maar over enkele weken moeten de kinderen plaats ruimen voor de grote kinderen. Dan komen onze lijstjes. Voor kerst- en eindejaarscadeaus, voor jaaroverzichten... en nu dus ook voor de populairste vogels.

Nieuw is dat niet, vorig jaar kozen Vlaamse vogelaars voor de... ijsvogel. Een pracht van een gevleugeld beestje, met zijn opvallend blauw in de veren. Een keertje hier in de tuin gezien. Tenminste, dat denk ik, ik zag alleen het blauw voorbijvliegen en dacht toen dat zo'n fel blauw passerende flits alleen van een ijsvogel kon zijn. Daarna nooit meer opgemerkt.


Van het jaar zijn er 12 vogels genomineerd. Ik veronderstel dat de vogels zelf zich daarvan niet bewust zijn. In elk geval, de voorbije dagen heeft zich nog geen enkele van de 12 komen presenteren in de tuin, laat staan om mijn stem komen fluiten.

Gekortwiekt
De bergeend, die kennen we, die heeft hier ooit nog geresideerd. Ze hadden ook geen keuze: ze waren gekortwiekt en moesten hier wel blijven. Ze zijn intussen toch verdwenen, maar dat had met hun leeftijd te maken. Aan sterven ontkomt niemand, ook de bergeend niet. Veel sympathie ervoor had ik niet, ze waren nogal dominant, vond mijn toen kinderlijke geest. De drieteenstrandloper is ook genomineerd, maar die ken ik niet. Die heeft zich hier nog nooit gepresenteerd. Ook de grauwe klauwier en de geelgors zagen we hier nog niet. Mijn stem krijgen ze dus niet.

Simpelweg gaai
De Vlaamse gaai is - lezen we - niet langer meer de Vlaams gaai, maar simpelweg gaai. Niet dat we daarover een communautaire discussie hoeven te voeren. Blijkt, zo laat Vogelbescherming Vlaanderen weten, dat de naam Vlaamse gaai op een spraakverwarring berust. Niet meteen iets waarover we trots hoeven te zijn, vrees ik. En tja, nu de Vlaams gaai vooral nog maar gaai is, vinden we dat ook daar best niet mee uitpakken. Hoewel hij hier in de tuin een graag geziene gast is die op dit ogenblik ogen en snavels te kort komt om noten, eikels en kastanjes te rapen.

Een ander genomineerde komt hier dagelijks langs. Hij of zij woelt bloemperken om, pikt de waterplanten los uit de vijver, jaagt de poezen binnenshuis op stang en hindert de kleinere vogels door de voederplank soms een halve dag te 'kraken' en te bezetten. Een vlegel onder de vogels. Ongemanierd, stoutmoedig, een pestvogel, hoewel hij/zij zo niet heet. Wel merel. Om al die redenen - hoewel hij als geen ander de lente in het land weet te zingen - krijgt ook hij/zij mijn stem niet.

Watten
Voor de staartmees heb ik getwijfeld. De kleine wattenbolletjes-met-staart zijn mooi om zien. Ze maken doorgaans in groep kwebbelend als oude wijfjes een toer doorheen de hele tuin voor ze opt een zuchtje aan de voedertafel neerdwarrelen. Maar dan verdwijnen ze heel snel, laten zich een week of twee niet meer zien of horen en zijn dan ineens weer terug of niet. Soms blijven ze langer weg. Je kan er niet op rekenen. En daarom: geen stem.

De kerkuil ziet er heel wijs uit - dat heb je wel vaker met kerkgangers - maar of hij ook zo wijs is als hij eruit ziet, valt te betwijfelen. Bovendien, hij heeft zich hier nog nooit laten zien. Hij laat zich wel eens horen en dat doet hij met zo'n akelige, angstaanjagende schreeuw... nee, ook al krijgen we nu de banvloek van de Kerk over ons, een stem krijgt hij niet.

Resten dan nog de ringmus, de kwikstaart, de zomertortel en de kleine bonte specht. De keuze is vlug gemaakt: we gaan voor de dendrocopos minor. We kennen zijn grote broer. Die komt hier vaak. Onvermoeibaar roffelend op een van de nestkastjes of op een halfdode stam. Als je die grote bonte specht zo hakkend op een stam bezig ziet, krijg je er hoofdpijn van in zijn plaats. Zo hard, zo snel, zo onvermoeibaar. Wat moet het dan niet zijn, denken wij dan, allicht veel te naïef, als je 't moet stellen met een kleinere snavel, kleiner kopje, kleiner lijfje. Nee, niet de kwikstaart - voor wie we overigens veel sympathie hebben, ook al omdat, vermoeden wij, de kwikstaart bij ons vroeger ook wel lyrisch een paardenboevertje werd genoemd - en zeker niet de zomertortel, van wiens soort we er genoeg in de bomen krijgen.

Vliegenvanger
Trouwens, waar blijft de sperwer in die nominatielijst? En de ekster, de parmantige wegenschoonmaker? Waar blijft de naarstige vliegenvanger? En waarom niet de lijster in plaats van de merel?

Om maar te zeggen... hoe al dat soort pietluttigheden en subjectieve nonsens kunnen bepalen welke vogel je nu al of niet 'vogel van het jaar' wil noemen. Kortom, zo'n initiatief van Vogelbescherming Vlaanderen kan dan wel interessant zijn om wat vogelsoorten onder de aandacht te brengen, veel waarde heeft zo'n vogelnominatie anders niet.


Reacties

Populaire posts van deze blog

GEZIEN. Zwarte Kat, niet zomaar een kopje...koffietafelerfgoed

GELEZEN. Sinterklaas: open brief van Nicodemus naar aanleiding van de Pietenkwestie

GESCHREVEN. Eigenlijk zijn het ouders die hun kinderen een nieuwjaarsbrief moeten schrijven...