UPDATE. MEEGEMAAKT. Leesclubavond van Das Magazin met Griet Op de Beeck in Gent

Het eertijdse kasteel Jules De Groote, nu locatie Groendienst Gent
Eén boek, twintig lezers, een moderator én de auteur. Samen in een voor een stedelijke Groendienst ongewoon chique locatie die meer had van een aristocratisch salon dan van de vergaderplaats die ze ongetwijfeld is, die locatie.
De idee voor zo'n vrij unieke lezersontmoeting komt uit Nederland overgewaaid, van het jonge geweld van DasMagazin, een literair tijdschrift dat er meer dan behoorlijk in slaagt om lezers te bereiken, meer zelfs, om lezers te dynamiseren. Letterlijk, want het werd nog een hele klus om de loacatie voor de leesclub omtrent het straks te verschijnen 'Kom hier dat ik u kus' van Griet Op de Beeck te vinden. De buurt waar de Gentse Groendienst 'zetelt' was ons onbekend.

Twintig lezers - de ene al meer dan de andere - wisselen van gedachten over een boek dat ze net hebben gelezen. Vrijwel alle 20 de lezers waren vol lof over het debuutboek-bestseller  - intussen 20ste druk, goed voor 50.000 exemplaren -  van Griet Op de Beeck 'Vele hemels boven de zevende'. Of het 2de boek dat debuut nog kon overtreffen?

Moedig
We stellen ons even in de plaats van de auteur. Het is de eerste keer dat zij reacties van onbekende lezers ontvangt over een boek dat straks verschijnt. Recensies zijn er nog niet en het moet ongetwijfeld als een soort vuurdoop voelen. Het is Griet Op de Beeck niet aan te zien, integendeel, ze rekent erop dat we in alle vrijheid onze leeservaring met haar delen. Moedig, we zouden, zo dachten wij gaandeweg het gesprek, zelf vaker in de verdediging gaan. Niet dat het zo vaak nodig was, in het geval van de auteur. De meeste lezers waren lovend over het nieuwe boek en het was, voor ons alvast, verrassend dat het in de meeste gevallen, telkens om andere redenen was.
Stel je voor, dachten wij vanochtend bij de bakker, dat zo'n bakker op een avond 20 van zijn klanten u uitnodigt om te luisteren naar wat ze van zijn broodjes vinden. Of dat een Luc Tuymans vlak voor een tentoonstelling opent, een tiental galeriebezoekers op voorhand uitnodigt om naar hen te luisteren en met hen in dialoog te gaan over de tentoongestelde werken. We zien dat nog niet zo meteen gebeuren. En voor zover we weten, lijken ook muzikanten, theaterlui, filmmensen niet meteen ertoe geneigd om zich in die mate met luisteraars en kijkers te confronteren. 


Humor
Zelf vinden wij 'Kom hier dat ik u kus' sterker dan 'Vele hemels boven de zevende'. Al hadden wij - bij de aanvang van het boek-  wel de indruk dat de kinderjaren van hoofdpersonage Mona wel bijzonder breed is uitgewerkt - al lijkt die ervaring, bij nader inzien, meer te maken te hebben met onszelf dan met het boek. Met onze eigen kinderen konden we immers 'gaandeweg' beter over weg naar maar ze ouder werden -  en voelden wij ons in het tweede deel, als Mona een twintiger is, beter met het boek. We hadden zelfs de indruk dat naarmate het boek vordert, de auteur ook als auteur groeit en met meer lef is gaan schrijven. Al heeft dat heel veel met het verhaal te maken, natuurlijk.
Zeker in dat eerste deel, maar ook elders in het boek, slaagt de auteur erin om ons,  ondanks alles wat de personages meemaken, toch humor te laten proeven. De spreekstijl van Mona als kind, de gedachtekronkels en associaties die ze maakt... ze doen je glimlachen en grimlachen.

Sterke karakters

Het nieuwe boek levert in elk geval enkele sterke karakters, personages over wie we meer willen weten, van wie we denken dat  het aangenaam luisteren zou zijn als we met hen een avond gingen tafelen, bij wijze van spreken.
Griet Op de Beeck is met dit boek erin geslaagd om mensen van vlees en bloed te schetsen in hun schamele pogingen tot samenleven. Herkenbaar en toch niet voorspelbaar. En natuurlijk, er zijn, net zoals in haar columns in de krant, de verrassende, gevatte zinnen. We hadden ze moeten onderstrepen, bedenken we terwijl we naar een lezeres luisteren die dat wel heeft gedaan en die zelfs de columns bewaart, voor het geval - zo zei ze - dat de auteur er niet was toegekomen om boeken te gaan schrijven.

Curieus
Een boek lezen doe je in/op je eentje. Je sluit je af van je omgeving, van de buitenwereld en je geeft je over aan het verhaal. Alhoewel, heel vaak betrap je jezelf erop dat je lezend in dialoog gaat met de auteur en met de personages. Maar anderen blijven buiten, met hen ga je hoogstens titels en oppervlakkig wat verhaallijnen uitwisselen. In zo'n leesclub is dat anders. Je wordt geconfronteerd met de leeservaringen van anderen en je kan er ook op ingaan. En als de auteur aanwezig is, dan kan die zich ook in het gesprek mengen. En dat leverde meer dan eens toch 'curieuze' beschouwingen. Zo was er een lezeres die het leuk zou vinden mochten 'Mona' - de hoofdfiguur van het tweede boek - en 'Eva' - de hoofdfiguur uit het eerste boek - mekaar ontmoeten. Op de terugweg bracht die idee ons op het boek Tuinfeest van Gyorgy Konrad, waar levenden en doden uit eenzelfde kring mekaar ontmoeten. Wat zou het worden, mochten schrijvers hun carrière afsluiten met zo'n 'tuinfeest' waar de hoofdpersonages uit al hun werken mekaar treffen... Bestaat zo'n boek?

Derde boek

Dat is nu net het bijzondere aan zo'n leesclubervaring: je krijgt niet alleen antwoorden op een aantal vragen die het boek losmaakte, er komen andere vragen waarop de antwoorden nog moeten komen of misschien wel nooit zullen komen. Maar - en dat is hele geruststelling - er is de zekerheid dat er een derde boek van Griet Op de Beeck komt en we zijn ervan overtuigd - zoals we de auteur zagen groeien in dit tweede boek - dat ook dat derde boek minstens zo sterk zal zijn als het straks te verschijnen boek.


Reacties

Populaire posts van deze blog

GEZIEN. Zwarte Kat, niet zomaar een kopje...koffietafelerfgoed

GELEZEN. Sinterklaas: open brief van Nicodemus naar aanleiding van de Pietenkwestie

GESCHREVEN. Eigenlijk zijn het ouders die hun kinderen een nieuwjaarsbrief moeten schrijven...