De Finale Koers - een Winkels feuilleton in zakformaat - 42

 42. In nauwe schoenen

Een stukgeslagen fietslamp, een koevoet, twee hamers en een priem, een vijftal sleutelbossen, drie plasticzakken waarin een kledingstuk zit opgeborgen.  Er ligt van alles in de kast van garde Gerrit.

“Kijk hier, daar zoek ik al een eeuwigheid naar,” roept de burgemeester, blij als een kind dat ineens een speeltje vindt in een ouderlijke kast.

“Met permissie, burgemeester, maar dat blijft hier…”

“Zou anders wel iets makkelijker gaan om nergens te laat te komen. Kan je dat missen?”

“Nee, burgemeester, alleen prioritaire voertuigen mogen worden uitgerust met zo’n blauw zwaailicht…”

“Hou op, Gerrit, ge spreekt gelijk een wetboek…”

“Ge hebt trouwens geen aansteker meer in uwen auto en dat is nodig om dat magneetzwaailicht aan te sluiten…”

“Oké, maar waar ligt die wiet nu?”

Gerrit haalt enkele bruine omslagen uit de kast en diept uit één zo’n omslag enkele plastic zakjes met wiet.

“Ben je wel zeker? Het lijkt van hieruit wel gedroogde broccoli…”

“Ken ik  niet,” zegt Gerrit. “Gedroogde broccoli. Nooit gezien.”

“Ik ook niet, maar het lijkt er wel op. Wacht… hebt gij dat gehoord?”

“Wat?” vraagt Gerrit terwijl hij de plasticzakjes weer opbergt in de bruine omslag.

“De voordeur van het gemeentehuis. Iemand is binnen. Ga eens kijken. We zijn gesloten op zondagmiddag…”

Garde Gerrit gaat op de gang kijken, maar merkt niets of niemand beneden in het gemeentehuis.

“Ge hebt het u zelf ingebeeld,” zegt hij als hij terug is in zijn kantoor en de kast weer sluit.

“En nu?”

“Het zit erop voor vandaag,” zegt de burgemeester. “Gij passeert vanavond nog eens met de hond langs de campers op het dorpsplein?”

“Dat is eigenlijk overbodig. Maar goed, als dat u geruststelt, dan zullen we dat doen. De collega’s van Menen komen met hun snuffelaar tegen acht uur vanavond. Denkt ge serieus dat we daar iets zullen vinden?”

“Dat hangt er altijd vanaf waar dat ge op zoek naar zijt”, zegt de burgemeester. “Hou me op de hoogte, vanavond.”

Als ze het gemeentehuis verlaten, gaat Bert nog niet meteen naar huis, maar wandelt hij tot op het dorpsplein, dat veel weg heeft van een kampeerterrein. Het is er stil en het lijkt er verlaten. In en om de campers ziet de burgemeester geen beweging. Er branden ook nergens lichten.

Hij loopt langs de campers. Bij een ervan trekt hij en passant aan het portier. Dat zit, zoals gevreesd, op slot.

“We zijn hier nog niet direct klaar,” denkt de burgemeester bij zichzelf, terwijl zijn rechterhand in zijn jaszak met de verpakte wiet speelt.

“Hallo! Zoekt u iets?” hoort hij ineens aan de andere kant van het dorpsplein.         

Wordt vervolgd. Morgen: Betrapt!                                

Reacties

Populaire posts van deze blog

GEZIEN. Zwarte Kat, niet zomaar een kopje...koffietafelerfgoed

GELEZEN. Sinterklaas: open brief van Nicodemus naar aanleiding van de Pietenkwestie

GESCHREVEN. Eigenlijk zijn het ouders die hun kinderen een nieuwjaarsbrief moeten schrijven...