ERVAREN. Hoe ik bij het afruimen van het ontbijt ineens het ritueel herkende...
Het overviel me vanochtend. Een zondagochtend. De Geliefde sliep uit van een late dienst, aan de ontbijttafel was ik het enige gezelschap voor mezelf. Behalve het gedempte gezang van merels, een enkele roodborst, het winterkoninkje en een stuk of wat vinken en mezen viel er niet zoveel te beluisteren. En toen gebeurde het. Toen ik het deksel op het botervlootje paste, de kaasdoos er bovenop plaatste en ze naar de koelkast bracht, vervolgens nog wat bladerde in het weekendmagazine dat op tafel lag, herkende ik het ritueel. Want dat was het, dat secuur afruimen en het geblader in het magazine. Een ritueel.
Het voerde me terug naar... het einde van een mis. Na de communie, als het orgel ineens zwijgt en de stilte hoorbaar wordt in de kerk. De priester is druk, maar stilzwijgend aan het 'afruimen': hij spoelt de kelk met het laatste restje wijn, veegt ze schoon met het witte doek, hangt het doek over de kelk en legt er dan een soort bordje boven. Hij zet de 'vaat' aan de kant en gaat vervolgens in het misboek op zoek naar de passende bladzijde voor de zegening.
We keken steevast uit naar dat moment. Het was dan nog maar een kwestie van enkele minuten voor we weer naar buiten konden, weer vrij de wereld in, het volle leven tegemoet. En het was perfect voorspelbaar: het afruimen gebeurde volgens een vast protocol, waarvan we alleen in details verschillen konden opmerken tussen de priesters.
En er was nog iets dat het tafereel zo bijzonder maakte. We konden ons moeilijk voorstellen dat de priester thuis zelf de tafel afruimde, dat deed zijn meid ongetwijfeld voor hem. Hier, aan het altaar, moest hij het zelf zien te klaren.
Daar moest ik vanochtend dus aan denken toen ik de ontbijttafel afruimde. Ik kon nog net voorkomen dat ik bij het dichtmaken van de koelkast ging knielen. We kunnen dan wel beweren dat onze wereld tot in zijn nerven seculier werd, we zijn vaker en vaster dan we denken verankerd in ons verleden.
Ite missa est
Het voerde me terug naar... het einde van een mis. Na de communie, als het orgel ineens zwijgt en de stilte hoorbaar wordt in de kerk. De priester is druk, maar stilzwijgend aan het 'afruimen': hij spoelt de kelk met het laatste restje wijn, veegt ze schoon met het witte doek, hangt het doek over de kelk en legt er dan een soort bordje boven. Hij zet de 'vaat' aan de kant en gaat vervolgens in het misboek op zoek naar de passende bladzijde voor de zegening.
Protocol
We keken steevast uit naar dat moment. Het was dan nog maar een kwestie van enkele minuten voor we weer naar buiten konden, weer vrij de wereld in, het volle leven tegemoet. En het was perfect voorspelbaar: het afruimen gebeurde volgens een vast protocol, waarvan we alleen in details verschillen konden opmerken tussen de priesters.
Verankerd in het verleden
En er was nog iets dat het tafereel zo bijzonder maakte. We konden ons moeilijk voorstellen dat de priester thuis zelf de tafel afruimde, dat deed zijn meid ongetwijfeld voor hem. Hier, aan het altaar, moest hij het zelf zien te klaren.
Daar moest ik vanochtend dus aan denken toen ik de ontbijttafel afruimde. Ik kon nog net voorkomen dat ik bij het dichtmaken van de koelkast ging knielen. We kunnen dan wel beweren dat onze wereld tot in zijn nerven seculier werd, we zijn vaker en vaster dan we denken verankerd in ons verleden.
Reacties
Een reactie posten