GEZIEN. Waarom we de zegswijze 'door de bomen het bos niet meer zien' maar beter schrappen...
Bos, lezen we en we denken bomen, herfstkleuren, jong groen,
we proeven kastanjes, we wandelen sleepvoetend over afgevallen bladeren, we
ruiken vochtige humus, we horen vogels, krakende twijgen en het ritselen van
een vluchtend konijn, we verbeelden sprookjes, dromen ons een roodkapje maar
zien heksen opdoemen, we vermoeden een halfvergane landloper, treffen een
vermolmde boomhut, we lezen het gekerfde ongeluk van een verdoolde verliefde ziel… We houden van bossen en van bomen. In sprookjes, op Instagram
en op prentbriefkaarten, op Nationoal Geographic en in de bioscoop. Soms ook op
reis. Maar niet in onze buurt, niet in onze tuin.
ZWERFVUIL

Het zijn leuke tijden voor mensen die niets van bomen en
bossen moeten: in Vlaanderen krimpt het bos. Met dank aan Vlaams minister
Schauvliege, meldt Groen. 1.500
voetbalvelden groot is het verlies aan bos, rekende Groen uit. Opgeruimd staat
netjes, luidt het dan.
Anderzijds lezen we vandaag in een krant dat in steden en
gemeenten met een bos of een ruim,
aantrekkelijk park, inwoners gelukkiger zijn dan in steden en gemeenten zonder
bos of park. We nemen het graag voor waar aan, ook al beseffen we dat je voor
het meten van geluk doorgaans het geluk aan je kant moet hebben.
KLEIN BOSJE

ANGST

MOORD

VESTINGEN
Ze hadden gelijk, natuurlijk, die neven en intussen hebben
ze nog meer gelijk. Ons klein bosje werd
een residentieel parkje met asfaltlus,
waar wandelaars op een laat uur als verkenners van een mogelijke dievenbende scheef
worden bekeken door de rijkelui die er zich in duur opgetrokken vestingen
hebben verschanst. Nee, het maakt ons niet gelukkiger dan de inwoners van onze
buurgemeentes, integendeel.
BULKEN
Bomen en bossen bulken van verhalen. Soms verhalen die we
willen vertellen, soms verhalen waar we graag naar luisteren, soms ook
vertellingen die we niet willen horen. Mensen en bomen: ze lijken vaak meer op
mekaar dan we willen weten. Met of zonder tooi, in het groen of naakt en kaal.
Als winterskeletten of in lentekleed, we willen ze niet missen. Niet nu, niet
straks en al helemaal niet indertijd.
Door de bomen het bos niet meer zien: als we minister Schauvliege haar gang laten gaan, kunnen we maar best die zegswijze afvoeren naar het afvalbakkenpark. De kans dat we ze ooit nog uitgelegd krijgen aan onze kleinkinderen is nu al heel gering.
Reacties
Een reactie posten