OUD-STRIJDER VERDWIJNT VOORGOED - Bijna grijs en nog niet wijs, afl. 132

Intussen liet schepen Dessein weten dat het gemeentebestuur een aparte plaats reserveert voor onze oud-strijders. Ze verdwijnen dus niet voorgoed. We zijn het gemeentebestuur daarvoor dankbaar.

Het graf van mijn grootvader wordt binnen afzienbare tijd ontruimd. Dat laat het gemeentebestuur weten. Het volgt de Vlaamse regelgeving over begraafplaatsen. We kunnen een verlenging van de concessie aanvragen. Maar voorlopig strekt de eeuwige rust die we onze grootvader in 1970 gunden niet verder dan een halve eeuw.

Wrang gevoel

Nu we hier aan de grafsteen staan, voelt de aangekondigde ontruiming wrang. Want over amper tien dagen nadat we misschien voor de laatste keer hier aan het graf van onze grootvader stonde
n, zullen de mensen die hem laten ontgraven, hem huldigen aan dat andere monument. Mijn grootvader was namelijk een strijder in de Eerste Wereldoorlog. Bijna vier jaar stond hij in de modder van de loopgraven in de buurt van Diksmuide. En daarna, na die oorlog, was hij dus voor altijd en eeuwig oud-strijder. 

Naar het land van nergens

Het is nog niet zo lang geleden dat we de helden en de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog vier jaar lang met veel vertoon hebben herdacht. Onze beleidsvoerders stonden op de eerste rij, de oud-strijders van toen waren er niet meer bij, ze rustten in hun graf.  In vrede, voor eeuwig, zo dachten wij. 

 Herdenkingen dienen zij die herdenken meer dan diegenen die herdacht worden

Niet dus, hun tijd komt nog eens en dan worden ze opgegraven en verhuizen ze voorgoed naar een vergeetput op de akker die we het land van nergens noemen.   De vrijheid die zij toen verdedigden, gebruiken wij nu om hen op te ruimen. 

Eretekens in sigarenkistje

Ik beeld me in  hoe hij op 11 november met zijn kompanen van toen in het gelid stond bij het monument der gesneuvelden. Hoe hij ’s ochtends zijn eretekens uit het met elastiek bijeengehouden sigarenkistje haalde en ze een voor een op borsthoogte op zijn jas speldde. 

Hypocrisie in schrijn

Ik  heb zin om ze allemaal terug te sturen, naar de koning, naar de  regering en naar het gemeentebestuur. Met de mededeling dat wij er niet van houden om hypocrisie in een schrijn te conserveren. Ach, de koning zal ze niet te zien krijgen en de regeringsleiders zijn al lang verhuisd naar andere loopgraven.  Nee, we houden ze. We laten ze in het sigarenkistje waar mijn grootvader ze na elke Wapenstilstandsherdenking weer opborg. Voor een volgende herdenking. Hij wist intussen wat wij nu pas leerden: herdenkingen dienen meer zij die herdenken dan zij die herdacht worden.

Reacties

Populaire posts van deze blog

GEZIEN. Zwarte Kat, niet zomaar een kopje...koffietafelerfgoed

GELEZEN. Sinterklaas: open brief van Nicodemus naar aanleiding van de Pietenkwestie

GESCHREVEN. Eigenlijk zijn het ouders die hun kinderen een nieuwjaarsbrief moeten schrijven...