GEFEEST. Zestig, zeggen ze, dat is het nieuwe vijftig, maar met wat ongemak...

Dat we ons in goed gezelschap bevinden, zeggen ze. En ze noemen ze op.  Schoon gezelschap ook, denk ik. Ze zeggen zoveel, vandaag, over zestig.
Ze zeggen dat zestig het nieuwe vijftig is. Maar met wat ongemakken. Lichte ongemakken, voegen ze eraan toe, omdat ze vriendelijk willen zijn en op vandaag helemaal niet onheilspellend willen klinken. Ik geloof hen. En dat ongemak nemen we erbij. Het hoort bij het leven, denk ik. Een leven zonder ongemak is een vlak leven.

KERMIS

Ze zeggen dat als het leven een kermis is, dat je er als zestiger nog altijd graag bij bent. Ge zult staan kijken, zeggen ze, en genieten. Meer dan voorheen. Omdat ge niet per se nog op die boksauto's wilt. Dat is het verschil met vijftig, zeggen ze. Dan wou je er nog op, hoe potsierlijk dat ook was, toen. Nu weet ge beter.
Maar het leven is helemaal geen kermis, denk ik, maar ik zwijg. Vandaag luister ik. Naar wat ze zeggen en ze zeggen veel. Over zestig bijvoorbeeld, zwijgen ze niet.

DRIJFZAND

En, zeggen ze, ge moet nu leven. Nu. Niet morgen. En zeker niet overmorgen. Ze zijn hoffelijk, denk ik, ze zeggen niet wat ze eigenlijk in gedachten hebben, dat de toekomst stilaan achter ons ligt, bijvoorbeeld. Niet achterom kijken, waarschuwen ze. Aan nostalgie kunt ge doodgaan. En ver vooruit hoeven we ook niet meer te kijken.  Want, zeggen ze, pas toch maar op van het zwarte gat dat ge straks ziet gapen. Ge kunt al eens aan de rand ervan gaan kijken, En ge zult zien, zeggen ze, dat het een zinkgat is. Maar ze zwijgen over het drijfzand waarop we intussen lopen...

POSITIEF


Ze zeggen zoveel. Over zestig bijvoorbeeld, zwijgen ze niet. Dat het voordelen heeft, zeggen ze. Ge moet u niet meer bewijzen. Er valt een last van uw schouders. Alsof we dat vroeger wel moesten, onszelf bewijzen. Ik heb tot op vandaag niet kunnen achterhalen wat dat precies is, uzelf bewijzen.
Maar goed, naar verluidt, hoeft dat dus niet meer.

Ik zwijg en ik luister. En ik denk, positief. Dat, als het waar is wat ze zeggen, dat het mooiste nog moet komen, dat het dan wel niet meer veraf zal zijn, dichterbij dan vorig jaar. We kijken er naar uit.

 

GEZEL OF GESEL


Kijk, zeggen ze, en ge zult het niet meer zien. Dat verkeersbord van 60, ze hebben het van de weg gehaald. Het is nu alleen nog 30, 50 , 70 en  90. Dat zijn de bakens nu, over die 60 gaat ge zo, ongestraft.

Ik geloof wat ze zeggen, zeg ik, maar denk er het mijne over. En dat is: dat elke dag een zegen is. En dat de tijd voortaan, onderweg, meer gezel dan gesel zal zijn.

Reacties

Populaire posts van deze blog

GEZIEN. Zwarte Kat, niet zomaar een kopje...koffietafelerfgoed

GELEZEN. Sinterklaas: open brief van Nicodemus naar aanleiding van de Pietenkwestie

GESCHREVEN. Eigenlijk zijn het ouders die hun kinderen een nieuwjaarsbrief moeten schrijven...