GEHOORD. Zeg het met bloemen, zeggen ze. Maar wat zeggen bloemen dan?

Zeg het met bloemen, zeggen ze. We stappen voorbij de
etalage van een bloemenzaak.
- Maar wat zeggen bloemen dan, vraag ik haar.
- Luister je dan nooit? zegt zij.
- Naar bloemen? reageer je verbaasd.
De toon is niet echt
vriendelijk en je beseft meteen dat het gesprek daardoor een lichtelijk wrange kant op gaat,
die van een zinloze discussie. En je weet: daar komen we vanavond – uitgerekend
vanavond – niet meer uit.
RUIKER
En dus? Dus rep je je de ochtend erna naar de bloemenzaak. De
ruiker staat klaar. En ineens is jou alles duidelijk en helder, zo helder als het
op een ijzige februariochtend kan zijn.
Natuurlijk, dat is het, denk je en je verwijt jezelf dat je het niet
eerder door had. Zo steekt het in elkaar: wie het met bloemen zegt,
hoeft zelf niet te spreken. De toon zit altijd goed en de woorden zijn nooit
verkeerd gekozen. Want beter dan wie ook zeggen bloemen precies wat anderen willen
horen.
GELE TULPEN

Ik vond rozen zo cliché, wil je nog zeggen, maar je slikt
het bijtijds in. Laat de bloemen nu maar spreken, denk je…
- Maar ik vind het anders wel attent van je, zo vroeg in de
morgen, zegt ze en je herkent de glimlach in haar ogen.
Reacties
Een reactie posten