GEZIEN. De helden van het kleine gebaar...

Hij stond er in zijn eentje. Op het immense grasperk voor de loods van het houtbedrijf. Het was jaren geleden dat we er een hadden gespot. Indertijd zag je ze vrijwel altijd in troep. Met zijn tientallen streken ze neer in weilanden waar ze vervolgens niets leken te zoeken, niets leken te doen. Ik kan me zelfs niet herinneren dat ze iets tegen mekaar zeiden. Stommelings stonden ze er. Stil. Staan als een voltijds bestaan. Kieviten.

MET PRONTE KUIF

En nu stond daar die ene kievit. Alleenstaanderig op dat uitgestrekte grasperk. Met pronte kuif, dat wel. Tegenwinds. Verloren, verdoold of verdwaasd. De wei verderop was pas gemaaid. Dat zag je, dat rook je. Gras geurt pas als het geveld is. De kievit was zijn vrouw en zijn nestjongen kwijtgeraakt toen ze in het weiland ijlings op de vlucht sloegen voor de genadeloze messen van de maaimachine. En nu wachtte hij, trots over zijn eigen twijfelloosheid, op de komst van zijn kroost.

SCHRIEL EN KWETSBAAR

Ik dacht aan de kievit toen ik verderop, aan de rotonde, een man midden op de rijweg zag staan. Kwertsbaar, schriel, maar opvallend dankzij zijn fluorode jas. Hij stond er net zo alleenstaanderig als de kievit. Maar zonder kuif. Op een plek en op een ogenblik - het was middag - waar je geen man in stilstand verwacht.
Veel passage was er niet. Je kon er de rotonde zelfs zonder risico averechts oprijden, wat we niet deden. Omdat we dat nooit doen. Halfweg de rotonde herkende ik de man: het was onze gepensioneerde huisarts. Het fluojasje was van het Rode Kruis. Ineens schoot het me te binnen: de stickerverkoop van het Rode Kruis was gestart.

AANDOENLIJKE STICKERS

Op vrijwel alle kruispunten met verkeerslichten kreeg wie voor het rode licht stond kans om het RK  geldelijk te steunen in ruil voor een aandoenlijke stickerstrook. Als wij bijstand bij ramp en onheil zo belangrijk vinden, waarom maken wij die dan afhankelijk van onze grillige vrijgevigheid?  En waarom, waarom verkneukel ik mij erin als het licht op groen springt vlak voordat de RK-vrijwilliger bij mijn wagen komt? Dat en nog veel meer schoot mij door het hoofd op het ogenblik dat ik onze arts met een stapel stickers naar overal en nergens zag staan kijken. Aan een rotonde zonder drukte stoppen auto's maar zelden. Het is, voor gelegenheidsverkopers, de minst gezellige en vermoedelijk meest frustrerende plek, dacht ik nog. Hij stond er onder een donker dreigend wolkendecor met een hoog gehalte aan dramatische effecten. Of het er iets mee te maken had, weet ik niet meer, maar ik stopte en kocht een sticker.
"Ik ben mijn hemel aan het verdienen", lachte de arts-op-rust. "En jij hebt je goede daad voor vandaag binnen."
Het gaf me een opgelucht gevoel. In de achteruitkijkspiegel werd de dokter kleiner.
De wereld, dacht ik, heeft nood aan dat soort grote helden van het kleine gebaar. 

Reacties

Populaire posts van deze blog

GEZIEN. Zwarte Kat, niet zomaar een kopje...koffietafelerfgoed

GELEZEN. Sinterklaas: open brief van Nicodemus naar aanleiding van de Pietenkwestie

GESCHREVEN. Eigenlijk zijn het ouders die hun kinderen een nieuwjaarsbrief moeten schrijven...