VERKIEZINGEN. Over de sensaties waaraan we ons overleveren in het stembureau...
Het is al meer dan eens gebeurd dat het voor de kandidaat in kwestie geen goed nieuws is als ik hem of haar zeg dat hij of zij mijn stem kreeg. Ik heb immers al vaker meegemaakt dat ik met mijn stem in het verliezende kamp arriveer. De volgende keer dan stem ik defensief: ik bespaar mijn favoriete kandidaat de vernedering van het verlies en ga dan op een andere lijst een willekeurig bolletje kleuren. Dwaas, ronduit dwaas, zeggen mijn favorieten dan, maar ik betwijfel dat.
Om maar te zeggen: het vergt wat van een mens om dat stemhokje enigszins opgelucht te verlaten.
Tegen het eind van die zondagavonden, als de voorkeurstemmen zijn geteld en bekendgemaakt, vind ik het leuk om weten dat ik zeker van twee kandidaten het eindcijfer heb bepaald. Dat het er maar 23 waren geweest als ik niet op haar had gestemd, denk ik dan. En het waren er 69.608 geweest in plaats van 69.607 als ik toch bij mijn eerste keuze was gebleven.
Om maar te zeggen: de stem die je uitbrengt is bepalend, op zijn minst voor het getal dat in de krant komt. Al moet ik toegeven dat ik meestal mijn uitgebrachte stem niet herken tussen die van de anderen.
Maar de grootste sensatie bij het stemmen ben ik onderweg kwijtgespeeld. Sinds we in ons dorp aan cultuur doen, stemmen we in ons cultureel centrum en niet langer in de jongensschool. En dat vind ik jammer, heel jammer. Elke verkiezing in die tijd kaatste ons terug naar die mythische kinderjaren, naar die zes mooiste jaren van ons leven. We liepen dan voorbij de fietsenstalling waar onze fiets nooit stond - we slenterden naar school - en kwamen zo op de speelplaats. Op de muren zagen we nog de verfresten van de doellijnen voor de dagelijkse wedstrijden waaraan we nooit mochten deelnemen. Wegens het voetbalanalfabetisme waaraan we in de ergste graad leden. En toen we het schoolgebouw waar de stembureaus zich bevonden, binnen gingen, leek het alsof elk moment 'meester Bostoen' - ons schoolhoofd, een grote geest in een kleine gestalte, van de trap zou komen om ons met zijn priemende blik achter de veel te dikke glazen van een zwaar brilmontuur te zoeken... En op de gang zagen we meester Sinnesael - we roken zijn sigaar al vanop de speelplaats - in gesprek met meester Arnold, meester Gabriël en Boutlegier die met de armen gekruist op de vensterbank het voetbal op de speelplaats volgden...
Om maar te zeggen: het vergt wat van een mens om dat stemhokje enigszins opgelucht te verlaten.
Herken je stem
Tegen het eind van die zondagavonden, als de voorkeurstemmen zijn geteld en bekendgemaakt, vind ik het leuk om weten dat ik zeker van twee kandidaten het eindcijfer heb bepaald. Dat het er maar 23 waren geweest als ik niet op haar had gestemd, denk ik dan. En het waren er 69.608 geweest in plaats van 69.607 als ik toch bij mijn eerste keuze was gebleven.
Om maar te zeggen: de stem die je uitbrengt is bepalend, op zijn minst voor het getal dat in de krant komt. Al moet ik toegeven dat ik meestal mijn uitgebrachte stem niet herken tussen die van de anderen.
Jongensschool
Maar de grootste sensatie bij het stemmen ben ik onderweg kwijtgespeeld. Sinds we in ons dorp aan cultuur doen, stemmen we in ons cultureel centrum en niet langer in de jongensschool. En dat vind ik jammer, heel jammer. Elke verkiezing in die tijd kaatste ons terug naar die mythische kinderjaren, naar die zes mooiste jaren van ons leven. We liepen dan voorbij de fietsenstalling waar onze fiets nooit stond - we slenterden naar school - en kwamen zo op de speelplaats. Op de muren zagen we nog de verfresten van de doellijnen voor de dagelijkse wedstrijden waaraan we nooit mochten deelnemen. Wegens het voetbalanalfabetisme waaraan we in de ergste graad leden. En toen we het schoolgebouw waar de stembureaus zich bevonden, binnen gingen, leek het alsof elk moment 'meester Bostoen' - ons schoolhoofd, een grote geest in een kleine gestalte, van de trap zou komen om ons met zijn priemende blik achter de veel te dikke glazen van een zwaar brilmontuur te zoeken... En op de gang zagen we meester Sinnesael - we roken zijn sigaar al vanop de speelplaats - in gesprek met meester Arnold, meester Gabriël en Boutlegier die met de armen gekruist op de vensterbank het voetbal op de speelplaats volgden...
Reacties
Een reactie posten