VASTGESTELD. Het kantelmoment in een vader-zoon-relatie: de wereld lijkt ineens meer van hem dan van mij

Het was per toeval. Het weekend dat er in Utrecht een literatuurfestival was, had de Vrouw net een reünie met haar Uganda-reisgenoten, in Rotterdam. En zo gebeurde het dat we beiden naar Nederland reisden, maar al van in Breda elk ons weegs gingen voor dat weekend.
Omdat zo'n festival leuker is met zijn tweeën dan in je eentje én ook een stuk handiger én omdat hij zeker ook fan was van twee buitenlandse auteurs die in Utrecht te gast waren, was het gauw beklonken. Vader én zoon reisden samen richting Utrecht. Het was intussen al enkele jaren geleden dat we gezamenlijk op reis waren geweest en het was nog nooit voorgekomen dat wij - vader en zoon - en wij alleen gezamenlijk overnachtten.

Tussen Breda en Utrecht
Het zaterdagavondprogramma liep toch omstreeks middernacht, overnachten was volkomen gerechtvaardigd en zelfs aangewezen. We boekten een kamer in een hotel via de festivalorganisatie. Geld gooien we niet over de boeg, dachten we en dus boekten wij meteen een tweepersoonskamer. Dat wekte, zij het onopvallend, wat weerstand bij de zoon. Zo vanzelfsprekend leek hem dat niet. De bijna-dertiger is ook al jaren het huis uit.

Het was een behoorlijk lange rit naar Utrecht. Voorbij Breda hadden we het nieuws over het thuisfront en over het zoon-front uitgewisseld en viel het gesprek terug op een gps-niveau. Alleen hier en daar dus nog wat aanwijzingen. En dan gaat een mens onbewust en stilzwijgend met zichzelf aan de praat. Zo viel het mij ineens te binnen dat hij eind van de maand net zo oud zou worden als ik was toen hij geboren werd. En dan begint het natuurlijk: vergelijken. Waar staat hij - nog geen kinderen, maar hij heeft er wel al tientallen op de wereld gezet - , waar stond ik op die leeftijd - al twee kinderen en anderen de les aan het lezen op school toendertijd -  en hoe moet het verder, met hem, met mij, met ons...

Het noorden kwijt

In Utrecht werd dat al vrij vlug duidelijk. Ik reed me vast in de klinkersteegjes, begreep niet hoe ik tot bij de parkeerplaats kon komen zonder een hele rits verkeersborden te negeren, raakte volkomen gedesoriënteerd door het eenrichtingskluwen van de binnenstad en voelde dat er vanuit het achterhoofd een zware mist kwam opzetten richting voorste stel hersenkwabben. Hij daarentegen manipuleerde de gps, vond een parking op loopafstand van het hotel en wist perfect hoe hij mij de drie tassen kon laten torsen in ruil voor die ene tas die hij bij zich had.

Ook 's avonds, toen we van het festivalhuis terug naar het hotel wilden stappen - het was ruim middernacht - wees hij er mij bijtijds op dat ik de verkeerde kant uitliep, terwijl hij van de drie 'lezingen' die we hadden gevolgd, ons wandelgewijs een to-the-point-synthese serveerde. Zelf was ik nog de eerste lezing aan het herkauwen.

Zijn wereld

Verdomd, dacht ik - maar ik vertikte het om het hardop te zeggen - hij weet niet alleen meer van deze wereld dan ik, hij begrijpt die wereld ook sneller en gevatter. Waardoor het idee dat ik tot voor Breda over het 'vaderschap' nog had en koesterde, in Utrecht voorgoed aan stukken lag. We beleefden zowaar een existentieel kantelmoment: tot Breda had ik hem de weg weten te wijzen - die indruk gaf hij al die tijd nog - vanaf Utrecht had hij dat kennelijk van mij overgenomen. De wereld zou voortaan minder van mij zijn, meer van hem en van zijn generatie.

Tussen vader en zoon

Ik had het moeten zien aankomen. Een tijd geleden was ik voor zaken bij een notaris en werd van mij verwacht dat ik de kosten contant - in baar geld, zoals dat daar heet - zou betalen. Dat wist ik niet. Ik had mijn bankkaart wel bij me, maar daar had de notaris geen vertrouwen in. Boter bij de vis, zei hij. Ik mocht het pand toch verlaten om het contant geld uit een muur te halen. Daar had hij wel vertrouwen in. Want, zo sprak die notaris, ik ken je vader en ik ken je zoon. Ik kan je dus wel vertrouwen. Nooit eerder had ik mij zo geplet tussen twee generaties gevoeld. De notaris nagelde mij met die uitspraak aan de grond of beter, bijna in de grond. Dat was niet eens zo slecht, anders had ik ongetwijfeld de grond onder mijn voeten zien verdwijnen. Daar moest ik aan denken toen ik in het centrum van Utrecht niet verloren liep en op het rechte pad bleef dankzij de zoon die gids was geworden.


Reacties

Populaire posts van deze blog

GEZIEN. Zwarte Kat, niet zomaar een kopje...koffietafelerfgoed

GELEZEN. Sinterklaas: open brief van Nicodemus naar aanleiding van de Pietenkwestie

GESCHREVEN. Eigenlijk zijn het ouders die hun kinderen een nieuwjaarsbrief moeten schrijven...