VADERDAG. Voor de laatste keer doe ik voor hem wat hij jarenlang voor mij deed...

Ze ligt hier voor me, de vensterenveloppe van de Federale Overheidsdienst Financiën. Uitgerekend op Vaderdag. Zijn naam erop en het adres waar hij intussen al meer dan een jaar niet meer woont. Er lagen er omstreeks deze tijd jarenlang talloze van die enveloppes bij hem, bij ons, thuis op tafel. Van mensen, die net als ik, er weing of geen kennis van hadden wat waar precies moest worden ingevuld.

Voor en na de komma

Hij kon dat natuurlijk wel en hij had er ook altijd zin in. In gecijfer, zelfs tot ver na de komma. Wij strandden doorgaans al ruim voor we nog maar een komma konden vermoeden. Dat aangifteformulier, dat van hem en moeder, dat van kennissen en vrienden, dat van familie, dat was haast een leven lang zijn zorg. Terwijl wij seizoensgebonden leefden, leefde hij op het ritme van de aanslagjaren. Met terugwerkende kracht, haast. Ook dus nu weer, met dat aangifteformulier dat een jaar na zijn overlijden arriveert.

Koud zweet

En nu, op Vaderdag, ligt die mosterdgele vensterenveloppe hier voor me en wordt van mij verlangd te doen wat ik al die jaren probleemloos aan hem overliet. Stel je voor, denk ik, dat ik ze fout invul en dat mijn vader - decennialang modelambtenaar bij Financiën - postuum nog een boete krijgt van 'zijn Financiën' voor een foute aangifte. Het koud zweet breekt me nu al uit, bij alleen nog maar de gedachte. Nee, we zullen, voor alle zekerheid, de hulp inroepen van ambtenaren. Het is het minste wat ze kunnen doen voor iemand die zich het grootste deel van zijn leven meer bekommerde om 's lands centen dan om de zijne.

Naschrift. Gedroomd.

Het zal wel geen toeval zijn dat ik in de nacht die volgt op Vaderdag droomde. Over vader en zijn aangifte. We zaten aan tafel. Waar is me - zoveel uren na de droom - niet meer duidelijk. Hij was boos. Hij begreep niet, zo zei hij, waarom ik nu ineens zelf zijn aangifte wou invullen. Laat dat toch aan mij, zei hij, ik heb het jaren gedaan. Waarom wil jij dat nu per se? Ik bleef het antwoord schuldig. Ik wist het ook niet meer waarom ik en niet hij die aangifte moest invullen. Kort daarop werd ik wakker en vroeg het me af: waarom wou ik dat nu eigenlijk. Pas toen werd het me duidelijk dat ik had gedroomd en dat hij er niet meer was en dat dàt de reden was waarom ik die aangifte moest invullen. Ik heb het hem niet meer kunnen zeggen, in die droom.

 




Reacties

Populaire posts van deze blog

GEZIEN. Zwarte Kat, niet zomaar een kopje...koffietafelerfgoed

GELEZEN. Sinterklaas: open brief van Nicodemus naar aanleiding van de Pietenkwestie

GESCHREVEN. Eigenlijk zijn het ouders die hun kinderen een nieuwjaarsbrief moeten schrijven...