GEHOORD. Over Nederlands op school en over drie - vier? nee, drie - soorten politici...

En dan? Ik wil wel eens luisteren, op die speelplaats. Er zal weinig Nederlands te sprokkelen vallen, denk ik. En al evenmin puur West-Vlaams. Of moeten we Izegems zeggen? Vlaams zal het zijn, gekuist Vlaams. Skoon Vlaams, gelijk dat we zeggen.
Overigens - en dit geheel terzijde, maar we willen het hier toch wel effen kwijt - dat Nederlands van de Nederlanders is ook al lang niet meer wat het ooit was. We begrijpen het haast niet meer. Vooral het gesproken Nederlands. Schrijvende Nederlanders, met hen valt nog te praten. Maar zodra ze spreken, willen we ze liever lezen.
MOEDERTAAL

Nee, we spraken onze moedertaal, het Kapels, op de speelplaats en dat matchte behoorlijk met het Izegems. En geen surveillant die het waagde ons daarvoor op de vingers te tikken. En zie, we drukken ons intussen behoorlijk verstaanbaar uit tegenover mensen die Nederlands begrijpen.
3 SOORTEN
Waarom al die drukte dan, over die moedertaal van anderstaligen? Hoe kleurrijker taal, hoe diverser, hoe aantrekkelijker, toch?Nee. Of toch niet voor beleidsmensen. Voor bepaalde beleidsmensen toch niet. Want intussen leerden we dat we soorten van politici hebben. Drie soorten. De eerste soort: politici die problemen oplossen. Die zijn behoorlijk zeldzaam. Tweede soort: politici die problemen creëren om ze vervolgens vooral niet opgelost te krijgen. Derde soort: zij die zo van problemen houden dat ze ze in stand houden. Drie soorten dus? Nee, er is een vierde. Zij die problemen zien waar er geen zijn. Wacht even, is dat is nu net die tweede soort: zij die problemen creëren.
En onder ons gezegd, die tweede soort is ook het clubje dat het meeste lawaai maakt. Dat moet ook wel, om van niets iets te maken.
Reacties
Een reactie posten